Gwendolyn Rutten blikt terug op een bewogen week. En kijkt vooruit.

Dinsdagavond ging Gwendolyn Rutten live in gesprek op de Facebookpagina van Open Vld. Ze blikte even terug op de hectiek van de afgelopen week maar keek ook vooruit, naar de komende maanden. Hoe moet het nu verder? Waarom willen wij zo graag verder doen? Het integrale video-interview kan je hier bekijken.

Q: Gwendolyn, het is dinsdagavond. We waren even door de Facebook-posts aan het gaan. Er is behoorlijk wat commotie ontstaan. Behoorlijk wat mensen hebben vragen bij de gebeurtenissen van de afgelopen dagen.

A: Ja, dat kan ik me voorstellen.

Q: En toen hebben we gezegd, laten we misschien even een aantal dingen ophelderen. De eerste vraag die heel vaak terugkomt is: ‘Hebben we wel het juiste gedaan in Marrakech?’

A: Ja. We hebben het juiste gedaan. Ik kan mij eerst en vooral echt voorstellen dat er heel veel vragen zijn. Dat is normaal. Er gebeurt nu iets dat nog nooit gebeurd is. Maar wat er gebeurd is, is ook ontzettend belangrijk voor het land en onze partij. We stonden voor een fundamentele, principiële kwestie. Wat voor land willen we zijn? Willen we een land zijn dat internationaal samenwerkt en woord houdt? Het antwoord op die vraag was ‘ja’. En wanneer je die beslissing maakt, recht je je rug en kijk je iedereen recht in de ogen.

Q: Hadden we ons niet kunnen onthouden?

A: Goh, dat is een goede vraag en die wordt heel veel gesteld. En natuurlijk hebben we die ook onszelf gesteld. ‘Kunnen we ons onthouden, kunnen we wegblijven?’ of ‘zouden we hier niet beter een compromis sluiten?’ Maar als iets echt principieel is, dan maak je daar eigenlijk geen compromissen op. En voor Open Vld was deze kwestie heel erg principieel. Omdat er zich – ik heb dat al uitgelegd – twee tafels aftekenen op het wereldtoneel. Aan tafel nummer 1 zitten Trump en Orban. Daar zitten de landen die zich afsluiten van de wereld en denken dat ze alle problemen alleen kunnen oplossen. Aan tafel 2 zitten landen die ook beseffen dat er problemen zijn en die ook graag het stuur zelf in handen willen houden, maar die wel zeggen dat samenwerking de eerste stap is om dit effectief op te lossen. Daarom was dit kompas zo belangrijk voor ons.

Q: ‘Het stuur zelf in handen houden,’ dat is iets wat heel vaak terugkomt. N-VA zegt ‘we willen het stuur zelf in handen houden en stappen daarom ook uit de regering want met dit compact verliezen we controle.’

A: Dat vind ik een nogal gekke opmerking. Ik denk dat iedereen graag zelf wil beslissen over onze toekomst. Wij willen dat ook. En ik denk dat dat geldt voor heel veel Vlamingen, Belgen… Maar tegelijkertijd moet je ook de vraag stellen: ‘Wat voor land willen we zijn?’ Willen we een land zijn dat haar woord breekt, op het internationale toneel dan nog? Willen we een land zijn dat op een eiland gaat zitten? Een land dat zegt: ‘We pakken alle problemen helemaal alleen aan.’ Neen. Een klein land als België – Vlaanderen als je wil – haalt z’n kracht uit internationale samenwerking, uit internationale geloofwaardigheid. Migratie is één van die problemen die je alleen niet opgelost krijgt. Ik geef een heel concreet voorbeeld. Als hier mensen zijn die hier niet thuishoren, en hier illegaal verblijven, dan moet je die kunnen terugsturen. Dit internationale compact maakt dat ook mogelijk. Het schetst een kader om met andere landen terugkeerakkoorden af te sluiten. Dergelijke akkoorden zijn er al – men en heeft goed werk geleverd de afgelopen jaren – maar het kan nog beter en gemakkelijker als we dat doen in het kader van een internationale samenwerking.

Q: N-VA is uit de regering gestapt. Dat betekent dat er een regering is die vandaag een minderheid heeft. Hoe kijk je daar tegen aan?

A: Ik wil eerst toch wel even zeggen dat ik het jammer vind dat ze uit die regering zijn gestapt zijn. We hebben goed samengewerkt de voorbije jaren. Er was ook een klik op persoonlijk vlak met een aantal N-VA ministers. En zeker op sociaal-economisch vlak hebben we samen fantastische dingen gedaan, bergen verzet. Ik vind het gewoon jammer dat ze dat werk niet willen afmaken. Maar goed, je moet respect hebben voor de beslissingen van een ander. Elke partij maakt z’n eigen keuzes. Wij maken een principiële keuze, en die is om samen te werken. Niet alleen in het buitenland, maar ook in het binnenland. En we nemen die verantwoordelijkheid op. Ook de komende dagen en weken.

Q: Het wordt nu wel heel heel moeilijk, niet?

A: Ja, dat is zo. Maar het is ontzettend belangrijke om verder te doen. We nemen onze verantwoordelijkheid op, en ik ga ook uitleggen waarom: er ligt nog te veel werk op de plank. Er zijn sociaal-economische dossiers die we samen hebben voorbereid en die ook afgewerkt moeten worden. Er komen diverse uitdagingen op ons af – misschien een Brexit – er komen onderhandelingen voor het loonakkoord,… Wil je dan een land hebben waar het ganse jaar lang niemand aan het stuur zit? Ik denk het niet. Ook daar is de vraag: ‘Wat voor land willen we zijn?’ Willen we verantwoordelijkheid nemen en hebben we de ambitie om het vele werk dat reeds voorbereid is ook af te maken, en het misschien zelfs nóg een niveau hoger te tillen?

Dat doe je niet aan de zijlijn. Dat is een wetmatigheid in de politiek. Je kan vinden dat je gelijk hebt, maar als je aan de zijkant staat, dan bereik je eigenlijk niks. Het is pas door je verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken met anderen dat je resultaten bereikt. De resultaten die we tot nu toe bereikt hebben, daar zijn we trots op. Maar we denken dat het nog beter kan.

Q: Laatste vraag: hoe moet dit verder?

A: Wel, nu is het in handen van de eerste minister en het parlement. En dat is ook wel goed in een democratie. Het is belangrijk dat men luistert naar elkaar. Iedereen moet zich nu de vraag stellen: ‘Wat willen we?’ Willen we een jaar lang naar verkiezingen gaan? Dan heb je verkiezingen in januari of februari en nog een keertje in mei. Misschien duurt het opnieuw 541 dagen! In de tussentijd liggen er belangrijke dossiers op de plank – sociaaleconomisch, veiligheid, asiel en migratie, het klimaat,… – en dat blijft dan allemaal liggen. Die tijd hebben we gewoon niet. En ja, het wordt moeilijk. We zullen hier steun voor nodig hebben. Daarom doe ik een oproep: wie mee wil bouwen aan het land: wij steken de hand uit. Laten we dit gewoon doen.