
16 apr “Ik begrijp heel goed dat het soms lijkt alsof we alleen maar praten”
Daarom wil de Open VLD-voorzitster vanaf nu “gewoon doen”.
We zijn thuis aan het verbouwen. De ruwbouw is al een tijd achter de rug. Nu is het hoog tijd om alles af te werken. In de keuken is er nog een onafgewerkte bakstenen muur. We hebben al erg lang het plan om daar een kast te laten inbouwen.
Toen ik vorige week na de lancering van onze ‘gewoon doen’ verkiezingscampagne laat thuiskwam, zaten mijn man ik nog even in de keuken de plannen voor het weekend te bespreken. Wie brengt onze zoon naar de voetbal? Wie doet de inkopen? Wanneer gaan we naar onze ouders?
Plots wees hij naar die onafgewerkte muur en zei hij: misschien moeten we dat ook maar eens gewoon doen.
“Wie bijvoorbeeld terug wil naar een tijd waarin vrouwen minder kansen kregen dan mannen, zal ons tegenkomen. Elke dag opnieuw. En we zijn met veel.”
Gewoon doen lijkt vaak makkelijker dan het is. Zeker in de politiek. Maar het blijft de belangrijkste reden waarom ik ooit voor dit beroep heb gekozen. En waarom ik nog elke ochtend met veel energie naar Brussel rij. Om gewoon dingen te doen.
En ik ben niet alleen. In onze gemeentes, onze provincies en in onze verschillende regeringen proberen Bart, Maggie, Alexander en vele anderen elke dag weer dingen gedaan te krijgen. Soms gaat dat trager dan gehoopt, dat is waar. En soms leiden meningsverschillen ertoe dat onze plannen worden uitgesteld. Maar doorgaans slagen we erin om samen beslissingen te nemen waardoor dingen beter worden.
Aan de basis van elke beslissing ligt het geloof dat het kàn. En een combinatie van positieve energie en goesting om dingen beter te maken. Ze hebben -ook binnen mijn partij- vaak gelachen met mijn ‘goesting’, maar ik blijf het een mooi woord vinden. Goesting.
Voor velen gaat het -ondanks die goesting- echter niet snel genoeg. Ik begrijp heel goed dat het soms lijkt alsof we alleen maar praten. Op televisie en in kranten gaat het immers zelden over een weg die hersteld wordt of een buurt die -vaak na jaren- terug helemaal opleeft. En sommige discussies zijn zo technisch dat het lijkt alsof we ons achter cijfers en moeilijke woorden willen verstoppen. Dat kan en moet beter, want we gaan in ons land maar vooruit als we duidelijk afspreken waar we naartoe willen. En dat betekent dat we dezelfde taal moeten spreken.
“Wat de angstzaaiers en doemdenkers ook mogen beweren: het gaat goed met België.”
En vooruit gaan kunnen we niet alleen. Als we écht vooruit willen moet iedereen kunnen meedoen. We hebben alle talent in huis, maar iedereen moet de kans krijgen om haar of zijn talent ook te gebruiken. Op het werk, op school, in jeugdbewegingen, buurtwerkingen, sportzalen en zomerkampen. Als kleuterjuf, bandwerker, mantelzorger, gepensioneerde bijklusser of ondernemer: we hebben iedereen nodig. En we willen iedereen de kans geven om mee te doen.
Wie het daar niet mee eens is, en wie bijvoorbeeld terug wil naar een tijd waarin vrouwen minder kansen kregen dan mannen, zal ons tegenkomen. Elke dag opnieuw. En we zijn met veel. We hebben hard gevochten voor onze vrijheid, en die pakt niemand ons nog af. En voor wie denk dat het een goed idee is om mannen en vrouwen op aparte bussen te zetten hebben we een duidelijke boodschap: niet hier, en nooit niet.
En ten slotte, wat de angstzaaiers en doemdenkers ook mogen beweren: het gaat goed met België. We hebben samen de vorige jaren hard gewerkt en we hebben stevige fundamenten gelegd waar we nu verder op kunnen bouwen. Met zoveel talent in huis hebben we alle redenen om positief te zijn.
Nu moeten we het gewoon doen, want daar begint het mee.
PS: Ik heb voorlopig enkele kadertjes tegen de muur in de keuken gehangen. Ik bel binnenkort met de schrijnwerker.
Dit artikel werd gepubliceerd op woensdag 11 april 2018 in Het Laatste Nieuws.