Ja, wij zijn allemaal interviduen

Om de grote maatschappelijke uitdagingen aan te gaan moeten we solidair zijn om individuen te kunnen blijven, schrijft Gwendolyn Rutten.
Een gemeenschap staat niet boven het individu. En omgekeerd functioneert een individu niet los van andere mensen.’ Ivan Put

In een hilarische scène uit de The life of Brian van Monty Python verzamelt een uitzinnige menigte zich onder het raam van de vermeende messias ­Brian. Ze zijn door het dolle heen, maar Brian is daar niet mee opgezet. ‘Ga weg,’ roept hij de menigte toe, ‘denk voor jezelf. Jullie zijn allemaal individuen.’ De massa blijft gewoon staan en antwoordt uitzinnig: ‘Ja, wij zijn allemaal individuen …’

De scène is even eenvoudig als briljant. Ze doet ons nadenken in een tijd waarin kuddevorming en massa­manipulatie opnieuw aan de orde zijn. We zijn gevat in het web van de ­digitalisering. Via het internet en ­mobiele apparaten zijn we wereldwijd met elkaar verbonden. Daar komen fantastische oplossingen uit voort. De kracht van menselijke breinen die met elkaar verbonden zijn, zonder ­fysieke grenzen of barrières, begint zich nog maar net te ontplooien.

De keerzijde van die interconnec­tiviteit is dat we voortdurend in de ­gaten gehouden worden. We worden tot clicks gereduceerd. We leven in een panopticum in de illusie vrij te zijn, terwijl onze gedachten gestuurd en gemanipuleerd worden.

Het is niet kiezen tussen vrije individuen of het opgaan in de massa. Het is een positieve combinatie van beide

Digitalisering is een tweesnijdend zwaard. Technologie geeft het indi­vidu de vrijheid om zichzelf te ontplooien. Met een smartphone en een internetverbinding kun je een bedrijf beginnen, revoluties ontketenen, je mening uiten, je identiteit vorm ­geven … De I in Iphone cultiveert die status: het draait om jou. Tegelijk ben je deel van een netwerk en onvermijdelijk vatbaar voor manipulatie en sturing van mensen die controle willen. Ja, roepen we met Monty Python mee. We zijn allemaal individuen!

De sketch raakt een gevoelige snaar. Is het vrije individu een illusie? Een mislukt experiment in de ­geschiedenis van de menselijke soort? Ik hoop van niet, maar feit is dat de individuele vrijheid voort­durend onder druk staat in naam van de gemeenschap, de planeet, de technologie, religieuze of andere overtuigingen.

Eeuw van het individu

Het individu is een relatief nieuwe ontdekking. De mens maakte zich sinds de verlichting steeds meer los van de wereld. Niet het systeem of het geloof zou ons leven bepalen, we kunnen voor onszelf denken en dat bepaalt wie we zijn. Recht op onderwijs, creativiteit, vrije meningsuiting, diversiteit, zelfbeschikkingsrecht zijn allemaal positieve uitlopers van die individualisering. Vooruitgang, wetenschap, uitvindingen in tal van domeinen zijn het resultaat. Bij de eeuwwisseling leek het er heel even op alsof de mens zich definitief had losgemaakt van dwingende systemen en ideologieën. De mogelijkheden van onze vrijheid ­leken eindeloos. Ik was er nog niet zo lang geleden zeker van dat de 21ste eeuw als vanzelfsprekend de eeuw van het vrije individu zou worden (DS 30 januari 2013).

Dat was te kort door de bocht. Het gaat niet vanzelf, de bedreigingen zijn te sterk. Met individualisme alleen redden we het niet. Drie afzonderlijke, op het eerste gezicht losstaande inzichten hebben me tot de overtuiging gebracht dat individualisme een extra dimensie nodig heeft: de positieve kracht van samenwerking.

Neem opnieuw het internet. De duistere krachten van manipulatie en fake news zijn erger dan gedacht. ­Publieke en private machthebbers spelen met ons hoofd. De Homo ­sapiens, vatbaar en zelfs genetisch uitgerust om eigen werkelijkheden te creëren, laat zich (opnieuw) vangen aan groepsdenken, polarisatie en tweespalt. Onrust en oorlog zijn het gevolg. De liberale democratie wordt ondergraven. Als individuen alléén staan we machteloos, meer nog, we geven onze individuele vrijheid vaak spontaan op. Alleen als we samenwerken om machtsmonopolies open te breken en de democratie te versterken, kunnen we die bedreiging aan.

Als het gaat over leven en overleven in een veranderend klimaat, zijn alle mensen wereldwijd op elkaar aan­gewezen. Klimaatverandering stopt niet aan de grens. Als de aarde woester, moeilijker of zelfs onleefbaar wordt, dragen alle mensen daar de ­gevolgen van. Het lot van elk individu is dus met dat van anderen verbonden. In ons eentje staan we nergens. Hoe sneller we tot dat inzicht komen, hoe sneller beterschap in zicht is. Voor sommigen is die vaststelling echter een reden om het vrije individu voorgoed naar de geschiedenis­boeken te bannen. Er zijn zelfs activisten die de planeet willen redden ten koste van de mens. Ook dat is destructief. We moeten voor beide strijden. Wie de klimaatproblemen wil oplossen, moet in het vrije individu een partner vinden om de kentering in te zetten. Anders dreigt precies het omgekeerde resultaat.

Voortschrijdende overtuiging

We hebben dus individualisme én ­samenwerking nodig. Niet het ene of het andere, maar de combinatie van beide. Die idee is veel sterker dan ­louter gemeenschapsdenken. Een ­gemeenschap staat niet boven het ­individu. En omgekeerd functioneert een individu niet los van andere mensen. Ook de pandemie liet die twee ­aspecten duidelijk zien. Het corona­virus bedreigt elke mens, waar ook ter wereld. Het maakt dat mensen samen naar oplossingen moesten zoeken. Het wetenschappelijke onderzoek kwam in een stroomversnelling en zo kregen we het virus in een (relatieve) mum van tijd onder controle. Tegelijk ook hier de paradox: in afwachting van een vaccin moesten we eerst ­minder sociaal worden, afstand ­nemen van elkaar om te overleven, en daarna samenwerken om massaal te vaccineren.

De dualiteit van vrij te zijn en toch verbonden met anderen is eigen aan mensen. We moeten solidair zijn om individuen te kunnen blijven. Met ­elkaar samenwerken om onze vrijheid te kunnen houden. Een individu alleen is niet opgewassen tegen de ­bedreigingen van vandaag. Als we ­elkaar vinden, ons met elkaar verbinden om de individuele vrijheid te ­beschermen, lukt het wel. Individuen die intermenselijk handelen, of omgekeerd mensen die samenwerken om individuele vrijheid te garanderen: dat is de kern van wat ik intervidualisme noem. Wij zijn interviduen. Dat besef wapent ons voor de uitdagingen van deze tijd. Als de groep het overneemt van individuen, gaat het fout. Omgekeerd krijgt een individu alleen niks gedaan. Maar als individuen samenwerken, kunnen ze zelfs de grootste machten in beweging krijgen. Dat zien weop tal van vlakken: in de Chinese protesten tegen de coronamaatregelen. In Iran, waar vrouwen samen op straat komen om hun individuele recht op zelf­beschikking af te dwingen.

Er zijn tal van andere vraagstukken waarop het intervidu het antwoord is. Het verhaal van de 21ste eeuw is geen keuze tussen vrije individuen of het opgaan in de massa. Het is een positieve combinatie van beide. Het is het antwoord op iedereen die macht misbruikt om anderen hun wil of wereldbeeld op te leggen. Daarom zeg ik ­vandaag, vanuit mijn eigen voortschrijdende overtuiging: ja, wij zijn ­allemaal interviduen.

 

Gwendolyn Rutten

Volksvertegenwoordiger (OpenVLD)

Artikel uit de Standaard