
22 apr Moslims mogen hun levenswijze niet aan ons opleggen
‘Dat elk individu over zijn eigen leven kan beslissen, en dat het geloof dat niet dicteert, is uniek. Ik wil vechten om die liberale waarden te behouden’, zegt Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten.
Terwijl CD&V en de N-VA een moslimrel uitvechten, zet Gwendolyn Rutten Open VLD weer op de kaart als de partij die opkomt voor de seculiere samenleving. Het is een aloude liberale strijd, die volgens haar niet voorbij is. ‘Ik dacht dat de liberale vrijheden, zoals individuele zelfbeschikking en de gelijkheid van man en vrouw, verworven waren. Maar ik ben gaan beseffen dat ze dat absoluut niet zijn. Kijk naar de aanrandingen vorig jaar op nieuwjaarsnacht in Keulen.’ De gedachte van een vrijheidspartij werkt ze uit in een nieuw boek met een sterke focus op sociaal-economische vooruitgang, maar ook met haar visie op de samenleving. Zo pleit ze voor de afschaffing van de traditionele les godsdienst in het onderwijs.
Met uw pleidooi voor een totale scheiding van kerk en staat probeert u uw partij op de kaart te zetten in het identiteitsdebat. Waarom heeft dat zo lang geduurd?
Gwendolyn Rutten: ‘Het is niet omdat we ons niet moeien in het zoveelste relletje tussen CD&V en de N-VA dat we niet meedoen in het debat. Mijn partij zegt al jaren hetzelfde: we zijn voor een strikte scheiding van kerk en staat. Daarmee zijn we uniek in het partijlandschap. CD&V is een christelijke partij die religie belangrijk vindt en de N-VA beroept zich voornamelijk op de judeo-christelijke traditie. Wij kiezen duidelijk voor de verlichtingswaarden. Op vlak van vrijheid is onze samenleving superieur aan alle andere. We willen daarover geen compromissen sluiten.’
Haast iedereen is het er toch over eens dat we niet raken aan die normen?
Rutten: ‘De christelijke moraal bepaalt de wet niet meer. Maar nu de islam veel duidelijker aanwezig is in onze samenleving, lijkt het alsof we oude discussies opnieuw moeten voeren. We worden geconfronteerd met een religie die groeit – we gaan van 650.000 naar 1 miljoen moslims in België binnen enkele jaren. En we zijn niet meer gewoon om om te gaan met een religie die zo’n belangrijke plaats opeist in de publieke ruimte. De Vlamingen hebben geen zin om de strijd over de plaats van die godsdienst te voeren.’
Mogen mensen hun geloof niet belijden?
Rutten: ‘Natuurlijk wel. Voor liberalen is de vrijheid van godsdienst ook belangrijk. Mensen zijn vrij om te leven volgens hun gebruiken, ze mogen meedoen aan de ramadan of een hoofddoek dragen. Maar dat wil niet zeggen dat ik zo’n vrouwonvriendelijk symbool moet verdedigen. Mensen zijn vrij om niet te eten zolang het licht is of om het eten van varkensvlees een doodzonde te vinden, maar rationeel zal ik dat nooit begrijpen. Ik krijg iets van de dubbele moraal die vaak wordt gehanteerd. Wie zijn kinderen een dag voor het begin van de vakantie van school houdt om al op reis te vertrekken is een kapitalist, maar we zouden wel het begin van het schooljaar moeten verplaatsen opdat moslims het Suikerfeest kunnen vieren. Van zulke discussies wordt de Vlaming bang, hij ziet daarin het bewijs dat de samenleving aan het islamiseren is. Die angst zit veel dieper dan veel politici in de Wetstraat beseffen. Niemand mag z’n levenswijze aan een ander opleggen, ook moslims niet. Dat is de essentie van mijn pleidooi voor een seculiere staat.’
De meeste moslims doen dat toch niet?
Rutten: ‘Je mag nooit veralgemenen, maar sommigen doen dat wel. Kijk naar de vraag voor gescheiden zwemuurtjes. Of naar de manier waarop gelovigen Darwin en de evolutietheorie tegenspreken. En dan zijn er mensen die dat vanuit een soort van cultuurrelativisme goedpraten.’
‘Doe normaal of ga weg’, waarmee u de Nederlandse premier Mark Rutte citeerde, was dus aan moslims gericht?
Rutten: ‘Nee, het is een oproep om normen in onze samenleving te respecteren. Maar ‘doe normaal’ betekent niet ‘doe maar gewoontjes’. Van mij mogen mensen gerust gek doen en zichzelf zijn of hun geloof belijden. Maar onze basisnormen moeten ze respecteren. Daarom lijkt het me een goede zaak om de traditionele godsdienstles te vervangen door een vak waarin alle levensbeschouwelijke stromingen en ook ethiek en burgerschap worden behandeld. Onderwijs moet de geest van jongeren openen, zodat ze hun leven zelf in handen kunnen nemen.’
Drijft u met uitspraken als ‘doe normaal of ga weg’ de tegenstellingen niet meer op de spits?
Rutten: ‘We kunnen de unieke manier waarop wij samenleven toch niet verloren laten gaan? Bij ons hoef je, als je bepaalde normen en waarden respecteert, niet te luisteren naar de pastoor, de patroon of de staat. Dat is liberalisme: bijna niets moet, heel veel kan. Dat is toch tolerant? Het enige waarvoor we niet tolerant zijn, zijn de intoleranten.’
Die heeft u van de filosoof Karl Popper geleend.
Rutten: ‘Inderdaad. We moeten absoluut vermijden dat een paard van Troje onze democratie vanbinnenuit vernietigt. Dat is wat aan het gebeuren is in Turkije. Via een referendum, het democratische instrument bij uitstek, wordt beslist om de democratie op te heffen. Hetzelfde kan gebeuren in Frankrijk met een verkiezingsoverwinning van het Front National van Marine Le Pen of de extreemlinkse Jean-Luc Mélenchon. Het is de taak van een liberale partij om ervoor te vechten dat individuele vrijheden niet verdwijnen.’
‘Fiscus zou overbodig moeten zijn’.
Dat de N-VA en CD&V hebben beloofd hun geruzie te stoppen, vindt Gwendolyn Rutten een goede zaak. Maar dat daardoor een meerwaardebelasting weer op tafel ligt, vindt ze veel minder leuk. ‘Er wordt eerst ruziegemaakt en dan wordt een nieuwe belasting ingevoerd. Wel, ik heb geen ruziegemaakt en ik wil ook geen nieuwe belasting’.
In de plaats doet Rutten een revolutionair voorstel. ‘We verliezen ons te veel in hervormingen van het verleden. We moeten de hervorming van de toekomst durven door te voeren en daarom vinden wij dat de overheid ernaar moet streven om de fiscus overbodig te maken.
De financiële sector wordt almaar meer digitaal en transparant, dus waarom zou de fiscus dat niet kunnen? Helaas zien we het tegenovergestelde: onze belastingbrief wordt almaar ingewikkelder en de fiscus heeft almaar meer volk nodig.’
Rutten pleit ervoor om transacties – en eventueel zelfs arbeid – zo veel mogelijk aan de bron te belasten. ‘Dan hoeft de fiscus mensen niet langer een belastingaanslag – denk eens na over dat woord aanslag! – te sturen. Dan gaat het zoals bij de roerende voorheffing op dividenden: de bank houdt de belasting af, mensen hoeven er niet meer aan te denken en er is geen aangifte of belastingcontrole nodig.’
Dit interview verscheen op zaterdag 22 april in De Tijd.