Open brief aan mijn collega-partijvoorzitters

We gaan elkaar in de volgende dagen en weken vaak tegenkomen.
Achter de schermen in make-up kamers, in televisiestudio’s en tijdens debatten.

We gaan het vaak oneens zijn met elkaar. Over belangrijke thema’s zullen we fundamenteel van mening verschillen. Of het nu gaat over economie, klimaat, werkloosheid of over de manier waarop
we in ons land samenleven.

We zullen elkaar soms onbegrijpend aankijken. Wijzen naar elkaars fouten uit het verleden en twijfelen aan elkaars plannen voor de toekomst. Met onze hoofden schudden en onze ogen rollen. Op het einde van deze campagne zullen we elkaars quotes bijna woord voor woord kunnen herhalen.

Wie ons bezig ziet zal zich afvragen hoe wij ooit, samen, één verhaal kunnen schrijven.
Hoe we ooit een regering zullen kunnen vormen. “Zie ze doen…”, zullen we lezen op Facebook en Twitter. “Kabouter Kwebbel. Gargamel. Brilsmurf.”

Ik doe een voorstel.

Laten we tijdens deze campagne – ondanks alles wat ons verdeelt -proberen om niet te vergeten dat de reden waarom we aan politiek doen dezelfde is. Dat we allemaal geloven dat we door hard te werken en de juiste dingen te doen ons land nog beter kunnen maken voor iedereen.

We hebben in landen om ons heen gezien hoe het politieke debat vaak verzandt in een moddergevecht rond het grote gelijk. En hoe enkel de anti-politiek daarbij wint. Dat mogen we in ons land niet laten gebeuren. Dat mogen wij niet laten gebeuren.

Dus laten we de volgende weken duidelijk maken waarin we verschillen en waarvoor we willen vechten. Maar laat ons ook tonen wat ons bindt en durven zoeken naar een werkbare oplossing. Ik engageer me alvast om dat te doen.

De Meyrem, Wouter, Bart, John en Gwendolyn van morgen kijken naar ons. Het is onze taak om ervoor te zorgen dat ze ook na 26 mei goesting hebben om mee te doen.

Pas dan winnen we deze verkiezingen echt.

Positieve groet,
Gwendolyn