
04 sep Speech naar aanleiding van het bezoek van de Grenadier Guards.
Beste genodigden,
Beste oud-strijders,
Beste Aarschottenaren,
Ik neem jullie mee, terug in de tijd.
Op vrijdag 10 mei 1940 vlogen de eerste eskaders van de Duitse Luftwaffe over Aarschot.
Het begin van vier donkere jaren voor onze stad, ons land, Europa en de wereld.
De dagen daarna vielen de eerste bommen. De stad daverde. Het Stationskwartier, de Molenberg, de Lei en het stadscentrum werden tot puin herleid.
Ook andere historische gebouwen zoals het Drossaerde in het Stadspark en delen van het Gasthuis werden vernietigd.
Het Damiaanklooster, de kazerne van de gendarmerie en zelfs onze trotse Onze-Lieve-Vrouwkerk liepen schade op.
Het was een nachtmerrie voor alle Aarschottenaren.
Het deed terugdenken aan de gruwelen die onze stad in de Eerste Wereldoorlog moest doorstaan.
Geen wonder dus dat vele inwoners besloten te vluchten.
Naar Frankrijk, Spanje, Engeland of Congo.
De Duitse troepen die Aarschot binnenmarcheerden troffen haast een spookstad aan.
Maar naarmate de oorlog vorderde, kwam ook het dagelijkse leven weer op gang en moest Aarschot leven met de bezetting en de terreur van het Naziregime.
Zo werd er een Jodenregister aangelegd.
Politieke partijen werden verboden.
Wachtbrigades en nationaal-socialistische verenigingen zagen het daglicht.
De vrijheid die we vandaag zo gewoon zijn, was verderaf dan ooit.
Maar na de landing in Normandië in juni 1944 keerde het tij.
De bevrijding van West-Europa was ingezet.
In september was België aan beurt.
Morgen is het exact 75 jaar geleden dat er een einde kwam aan de bezetting van Aarschot.
Onze bevrijders waren Britten.
De No. 4 Company en het No. 1 Squadron van de Grenadier Guards.
Wat waren de Aarschottenaren blij om hen te zien.
De oorlog zou nog maanden duren tot mei 1945.
Maar met de komst van de Britten ging er al een golf van opluchting en euforie door onze stad.
Zij brachten vrede na jaren van verschrikking.
Vrede die we tot op vandaag kennen hier bij ons.
Vrede die we moeten koesteren.
Vrede die we te danken hebben aan instellingen zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie.
Vrienden,
Tot op vandaag zijn wij de Grenadier Guards, de Britten, alle geallieerden en alle verzetstrijders dankbaar voor de bevrijding.
Vandaag, 75 jaar later, verwelkomen we daarom de Grenadier Guards opnieuw met open armen in onze stad.
We zeggen met zijn allen: thank you.
Dit is een dag om te herdenken en te vieren.
Ik wil dan ook namens de stad en haar inwoners een aantal mensen bedanken:
Dank aan de heer Nick Vandemarliere.
Hij is de vertegenwoordiger van de Vlaamse regering in Groot-Brittannië en heeft ervoor gezorgd dat de Grenadier Guards vandaag in Aarschot aanwezig zijn.
Dank aan de heer Paul Harding.
Zijn vader, Harry Harding, was een Grenadier Guard. Zijn moeder, Jeanne “Jenny” Justens, een echte “Osschotse”.
Een prachtig liefdesverhaal dat eens te meer bewijst dat liefde alle grenzen, nationaliteiten en talen overstijgt.
Dank ook aan onze Harmonie der Oud-Strijders die hier vandaag deze herdenking voorzien van een muzikale noot.
Deze Harmonie ontstond in de nadagen van de bevrijding, net zoals vele andere socio-culturele en sportieve verenigingen.
Wij kunnen altijd op hen rekenen.
Last, but definitely not least, I would like to express my gratitude to Major James Gatehouse and the Grenadier Guards.
On behalf of the citizens of Aarschot, I thank you for freeing us from the German oppressors in september 1944.
It is our honour to welcome you to the city today, 75 years later. This is a memorable moment for all of us. A moment of joy and happiness because you gave us peace. You gave us freedom. You gave us a future. thank you!
Tenslotte nodig ik iedereen uit voor het publieksevenement dat om 15 uur plaatsvindt op de Grote Markt.
De Grenadier Guards zullen de dag daar afsluiten met een concert.
Graag nog een oorverdovend applaus voor onze Britse bevrijders!