Vandaag is het feest in ons land en in onze stad. Aarschot blaakt van plezier.

Goeiemorgen dames en heren, inwoners van Aarschot,

Beste Hoogwaardigheidsbekleders,

 

Een paar maanden geleden is mijn oma gestorven. Ze was 97 jaar en had als jonge vrouw de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. Vaak, wanneer ik bij haar op bezoek ging, vertelde ze er over. Dat haar vader op de radio gehoord had dat de Duitsers België waren binnengevallen, en dat ze op de vlucht gingen, naar Nederland. Een huishouden van negen kinderen, stel je voor. Mijn oma was het oudste meisje en moest voor iedereen overlevingspakketjes maken met daarin wat kleding en voedsel voor enkele dagen. Ze vertrokken met de fiets – want een auto hadden ze niet. Het kleinste kindje van de familie zat nog in een wikkeldoek. Al de rest moest op eigen kracht mee. Maar ver kwamen ze niet. Nauwelijks een paar dorpen verder stopte hun tocht, want alle bruggen over de Maas waren opgeblazen. Samen met buren en kennissen en iedereen die mee op de vlucht was gegaan, beslisten ze dan maar om terug te keren. Toen ze opnieuw in de molen kwamen – mijn overgrootvader was een molenaar – lagen de stallen en schuur vol met soldaten.

Mijn oma is dat beeld nooit vergeten. Elke dag van haar verdere leven herinnerde ze zich het gevoel om van het ene op het andere moment alles te moeten achterlaten omdat er een oorlog uitbreekt.

Kunnen wij ons dat voorstellen?

We dachten dat het niet meer kon gebeuren, oorlog in Europa. En toch gebeurde het, niet ver hier vandaan, in Oekraïne. En zo zijn er voor het eerst in 80 jaar opnieuw Europeanen op de vlucht omdat een dictator hun land met geweld wil veroveren. Van het ene op het andere moment laten mensen alles achter op zoek naar een veilig onderkomen. Sommigen blijven in de buurt, of vinden een onderkomen in niet-bezette delen van het land. Mar velen trekken ver weg, naar een ander land.  Ze laten alles achter, vaak ook hun echtgenoot en familieleden. Anders dan vroeger, lang geleden, zien ze vandaag via het internet, sociale media en de internationale verslaggeving wat er met hun thuisland gebeurt. Ze zien ook hoe hun land zich weert en daarbij gesteund wordt door de Europese Unie, de Verenigde Staten en de andere Navo-landen.

Ook hier in Aarschot zijn Oekraïense vluchtelingen toegekomen. Onze gemeenschap helpt waar ze kan. Want ook in Aarschot weten we, helaas, wat oorlog is. Aarschot is een martelarenstad. In de Eerste Wereldoorlog was het geweld nietsontziend. Wij weten hoe lang de littekens pijn blijven doen als onschuldige burgers betrokken worden in een conflict waar ze niet om gevraagd hebben. Na de doortocht van de Duitsers was onze stad een slagveld. Alles was platgebrand en leeggeroofd.

Als je archiefbeelden van toen zou inkleuren, zouden het foto’s kunnen zijn van Oekraïne vandaag. Als we de namen Thielemans of Grandjean… zouden vervangen door Oekraïense namen vandaag, zouden de verhalen – hoe pijnlijk ook – bijzonder hard op elkaar gelijken. Als je de getuigenissen van vrouwen en kinderen anoniem zouden lezen, zouden we niet weten of het over Oekraïne gaat, of Aarschot in 1914.

Ook in Wereldoorlog II werden we vol geraakt. Toen waren het bommen die de stad met de grond gelijk maakten. Geallieerd én vijandig vuur. Door de strategische ligging van onze stad waren we simpelweg een doelwit. Tabula rasa, voor de zoveelste keer in onze geschiedenis.

Komt het door ons eigen verleden, dat Aarschottenaren hun groot hart laten zien? Of zit het hier in het bloed om mensen in miserie te helpen? In elk geval waren de reacties van jullie allemaal buitengewoon toen de oproep kwam om te helpen voor Oekraïne. Tijdens een informatievergadering in Ourodenberg meldde een record aantal mensen zich aan om thuis Oekraïense vluchtelingen op te vangen. De vzw Bij Ons Thuis stond klaar met raad en daad. We deden dat niet halsoverkop, maar bewust en weloverwogen. Tot vandaag vangen Aarschottenaren mensen thuis op en ook met de stad zorgen we voor opvang. Officieel zijn hier ondertussen een kleine 100 mensen te gast. We luisteren zo dadelijk naar Mykola Paliuh voor een getuigenis namen de Oekraïense gemeenschap in Aarschot.

Toen de oorlog uitbrak en de vluchtenlingenstroom op gang kwam, hebben we een crisisteam gemaakt. De eigenaars van het pand aan de Albertlaan boden aan om hun verbouwing uit te stellen zodat het pand kon dienen voor noodopvang. We zijn hen daar dankbaar voor, maar er was uiteraard werk aan . En dan pak je als burgemeester je telefoon. Naar de Aarschotse meubel en interieurzaken om te vragen of ze konden helpen met matrassen, meubelen of huisgerief. Zonder er veel ruchtbaarheid aan te geven, hielpen ze ons uit de nood. Bedankt daarvoor, ik zal jullie vrijgevigheid nooit vergeten. En natuurlijk waren er vervolgens zoveel helpers: de verhuisfirma die een wagen ter beschikking stelde, de jongeren van Arktos die kwamen schilderen, de Vdab die poetsopleidingen gaf en zorgde dat alles netjes in orde kwam, de stadsdiensten die lieten zien dat ze handige harry’s zijn, de maatschappelijke assitenten en de sociale dienst die een heel opvangnetwerk in elkaar hebben gestoken. De tolken en vertalers, en de mensen die professionele psychologische bijstand hebben voorzien. En natuurlijk de vele, vele burgers, die onze oproep beantwoordden en met schenkingen of hulp over de brug kwamen. En ook de scholen in onze stad bewezen opnieuw hoe veerkrachtig en ruimhartig ze zijn om kinderen op te vangen en een toekomst te geven. Ik hoop dat ik niemand vergeet, maar uit de grond van mijn hart: bedankt allemaal.

Waar de eerste inspanningen gingen over opvang, ligt de focus nu op zelfredzaamheid. Oekraïners zijn fiere burgers, Europeanen, vaak opgeleide plantrekkers. Ze gaan aan het werk en willen niet afhankelijk zijn, maar zo snel mogelijk op eigen benen staan. Ook in ons land. Gun hen die kans en help waar je kan.

Want helaas is de ellende nog niet voorbij. Het zou een strijd van lange adem kunnen worden. Ik vraag aan iedereen van onze gemeenschap om je hart open te houden. Om te beseffen dat dit iedereen kan overkomen. En om te weten dat vrede en vrijheid nooit vanzelfsprekend zijn. Het is een opdracht, iets waar we samen aan moeten werken, elke dag opnieuw.

Het zullen nog moeilijke maanden worden, voor ons allemaal. Want de oorlog laat zich ook economisch voelen: de prijzen stijgen en energie wordt verschrikkelijk duur. Dit is een tijd waarin we zorgzaam moeten zijn. Zorgzaam met elkaar, zorgzaam met onze middelen en zorgzaam met de natuur en de omgeving rondom ons.

Als stad dragen we ons steentje bij. In alle grote stadsgebouwen zal het komende jaar  geïnvesteerd worden in energiebesparing. Dat zal af en toe vervelend zijn en ongemakken met zich meebrengen, maar het is een goeie inzet van schaarse belastingsmiddelen. In het zwembad staat de thermostaat lager en in het najaar wordt een nieuw dak gelegd op het hele gebouw. Bij de politie liggen ondertussen zonnepanelen – die verdienen zich in snel tempo terug – en er komen – als alle procedures eindelijk zijn afgelopen – ook windmolens op Aarschots grondgebied. De hele sociale woonwijk op de Gijmelberg is ondertussen energetisch gerenoveerd. We leggen ook fietspaden en trage verbindingen aan om je veilig te kunnen verplaatsen. Ook dat is vervelend als de werken bezig zijn, maar opnieuw: achteraf zijn we er blij mee. We investeren in parken zoals Schoonhoven en recreatie vlakbij huis. Zodat iedereen een mooie zomer heeft, ook wie niet ver weg op vakantie gaat. En op het vlak van gezondheid wordt alles klaargemaakt om vanaf september opnieuw boosterprikken te zetten. Het is de eindfase van een pandemie die hopelijk op haar laatste benen loopt.

Dames en heren,

We zijn vandaag niet alleen bij elkaar om naar de wereld en de komende winter te kijken. We zijn vooral bij elkaar om te vieren. Vandaag is het feest in ons land en in onze stad. Aarschot blaakt van plezier. Kinderen spelen in de fontein, mensen praten bij op de zomermarkt, vrienden doen terrasjes en genieten van elkaars gezelschap. Straks kan je hier luisteren naar  muziek en live-optredens. De zomer van Aarschot 2022 wordt een topzomer en heeft nog veel meer in petto. Geniet ervan, want dat is waar het in het leven om draait: gelukkig zijn met wie je liefhebt.

Ik wens jullie daarom allemaal een gelukkige nationale feestdag.

Dankuwel,

Gwendolyn Rutten.

Burgemeester Stad Aarschot, 21 juli 2022.

 

Toespraak naar aanleiding van de Belgische nationale feestdag van 21 juli 2022.