Waarom we de fouten in het stikstofakkoord moeten rechtzetten

Moet politiek altijd met slogans werken? Of kunnen we ook nog naar de grond van de zaak gaan? Ik deel met u graag enkele gedachten over mijn werk als volksvertegenwoordiger in het stikstofdossier. Emoties laat ik achterwege, dreigementen en overdrijvingen ook. Zet u schrap voor een ouderwetse, lange tekst met grondige bedenkingen bij het stikstofdossier. Of waarom we de fouten in dat akkoord beter meteen grondig rechtzetten.

Over checks and balances en de taak van parlementsleden

Laat me beginnen met de vraag waarom ik dit doe. Ik bijt me vast in dit dossier omdat ik parlementslid ben. Elk parlementslid heeft de taak om het werk van de regering te controleren, ook in belangrijke en moeilijke dossiers zoals het stikstofakkoord. Het is de verdomde plicht van elke volksvertegenwoordiger om vragen te stellen en fouten uit de besluitvorming te halen. Hoe beter wij dat doen, hoe meer rechtszekerheid en hoe minder problemen achteraf. Anders gezegd: als de politiek op voorhand haar werk doet, moeten de rechtbanken achteraf niet corrigeren.

Het is jammer dat sommigen dat werk afdoen als “aanvallen”, “eitjes pellen” of “akkoorden onderuit halen”. Op die manier kan je als politicus nooit goed doen. Wie slaafs alles wat uit de regering komt laat passeren, wordt weggezet als machteloos stemvee. Wie zijn/haar controletaak ernstig neemt, krijgt het verwijt akkoorden onderuit te halen. Dat is natuurlijk onzin. Checks and balances zijn de kern van een democratie. Tegenover elke macht staat controle. De wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht hebben alle drie een specifieke taak. In een tijd waarin de democratie aangeschoten wild lijkt, kunnen we misschien eens proberen om de trias politica te respecteren en te laten werken zoals het hoort?

Voor sommigen moeten parlementsleden van de meerderheid zwijgen en mag alleen de oppositie een controletaak vervullen. Ook dat is fout. Alle parlementsleden hebben het recht om de regering te controleren. Ook als er in de regering afspraken gemaakt zijn. Samen een meerderheid vormen betekent dat je samen keuzes maakt. Het is het recht van de oppositie om daar tegen te zijn en andere keuzes te maken. Van de parlementsleden van de meerderheid wordt algemeen wel verwacht de keuzes van de meerderheid te volgen. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar het zijn werkafspraken om dingen gedaan te krijgen. Praten en luisteren, onderhandelen en consensus zoeken… dat hoort ook bij een democratie. Niemand kan steeds zijn of haar eigen goesting krijgen. Een zekere discipline om akkoorden te verdedigen is daarom part of the job. Toch kan geen enkele ‘werkafspraak’ ertoe leiden dat een individueel parlementslid in fundamentele zaken of ethische thema’s, tegen zijn of haar geweten moet stemmen. In die gevallen gaat voor mij de vrijheid van overtuiging boven de meerderheidsdiscipline.

In het stikstofdossier zijn niet zozeer de doelstellingen het probleem. Iedereen erkent het stikstofprobleem en iedereen weet dat de stikstofuitstoot in Vlaanderen omlaag moet. Het grote maatschappelijke belang van dit dossier is op zich al reden genoeg om je er als parlementslid in vast te bijten. Neem daarbij de warrige communicatie en de slordige uitvoering – zeker met betrekking tot het symbool van de stopzetting van rode bedrijven – en je weet wat je als volksvertegenwoordiger te doen staat.

Het krokusakkoord van de Vlaamse Regering van februari omvat een hele resem maatregelen die allemaal tot het doel van stikstofreductie en natuurbehoud moeten bijdragen. De verplichte stopzetting van landbouwbedrijven is er daar slechts één van. Het effect van deze stopzetting op de totale stikstofreductie is miniem, maar blijkbaar is het een belangrijk symbool in een politiek akkoord.  Dat is jammer, want telkens wanneer dit land zich vastrijdt, gaat het om symbolen. Wie herinnert zich nog waarom de splitsing van BHV het land zo lang verdeelde?

Symboolpolitiek wringt met de werkelijkheid-buiten-de-politiek. Hervormingen en maatregelen werken m.i. het best als je kan aantonen dat wat je doet, ook werkt. Als je met overtuiging kan aantonen dat inspanningen nodig zijn om het doel te bereiken, zijn mensen tot veel bereid. Kafkaiaanse regeltjes bereiken meestal het omgekeerde effect. In de 21ste eeuw zijn mensen geïnformeerd. Ze denken mee met beleidsmakers en hebben een grote bullshit-detector ten opzichte van maatregelen die de wetstraat oplegt maar waarvan men weet dat ze niks uithalen. Denk aan verbod om op een bankje te zitten of om naar het toilet te mogen gaan in corona-tijd. Een abdij-boerderij sluiten op basis van een flou telefoontje van zeven jaar geleden hoort in datzelfde rijtje thuis.

De boerderij van Averbode en het symbooldossier van de vervroegde stopzetting van ‘rode’ bedrijven

Laten we eens grondiger kijken naar de sluiting van ‘rode’ bedrijven in het stikstofakkoord. 41 bedrijven hebben recent een brief gekregen waarin staat dat ze hun activiteiten uiterlijk tegen 2025 moeten stopzetten. De Vlaamse regering maakte daar een politieke – symbolische – afspraak over. In het regeringsdocument van februari 2022 staat te lezen dat het gaat om piekbelasters. Dat zijn volgens dat akkoord exploitaties met een impactscore die hoger is of gelijk aan 50% in het referentiejaar 2015. De politieke uitleg in de weken en dagen erna was helder. “Er is afgesproken om de lijst van 2015 te hanteren”. Dat zijn bedrijven die al zeven jaar weten dat er een probleem is met hun uitstoot en locatie. Ze hadden al zeven jaar de kans om daar iets aan te doen, tenminste als ze op de hoogte waren van hun status van piekbelaster. Nu beslist de politiek dat het uiterlijk in 2025 afgelopen is. Die beslissing heeft het voordeel van de duidelijkheid. Het is een klein onderdeel in een groter geheel van afspraken met als doel rechtszekerheid te creëren.

En toen bleek dat ook de paters van Averbode hun boerderij zouden moeten sluiten… Het klopt dat dat dossier mijn aandacht trok. Ik ben van de streek, ik ken en waardeer de paters en hun werk. De sluiting kwam als een donderslag bij heldere hemel. De uitleg hing met haken en ogen aan elkaar en dus besliste ik te zoeken en te graven. Wat volgde, leest als kafka. De boerderij van de paters was eerst oranje en werd even later plots rood. Dat ze oranje waren, staat zwart op wit op papier. Dat ze bij herberekening tegen alle instructies in rood waren geworden, werd gemeld met een telefoontje. De paters hebben dat telefoontje nooit gekregen. Met de vergunning voor een nieuwe innovatieve stal was ook geen rekening gehouden. Zeven jaar al draait de nieuwe boerderij ter goeder trouw. Sinds het Krokusakkoord moeten ze sluiten. Om de lapsus met het telefoontje goed te praten, werd de reputatie van de paters te grabbel gegooid en vlogen insinuaties in het rond. Een schande vind ik dat, een betrouwbare overheid onwaardig.

Het dossier Averbode bleek vervolgens een dominosteen die de hele afspraak over de sluiting van bedrijven deed vallen. Want na inzage van de stukken in het parlement – dat is de controle-plicht van volksvertegenwoordigers – bleek dat er nog een zevental andere bedrijven plots op de rode lijst terecht waren gekomen. Zij waren eerst rood in 2014, werden een jaar later oranje en krijgen nu na zeven jaar te horen dat ze toch verplicht moeten sluiten. Een bedrijf stond nog nooit eerder op een rode lijst, maar moet nu toch dicht. Anderen kregen door de jaren heen vergunningen voor nieuwe stallen met nieuwe technologie, maar ook met die vergunningen werd geen rekening gehouden.

Toen dit geheel van tegenstrijdigheden niet langer uitlegbaar was, kwam de administratieve aap uit de mouw. In tegenstelling tot zowat elke politieke verklaring én de bewoordingen van de regeringsbeslissing van het krokusakkoord, klonk het nu bij monde van de Vlaamse administratie dat er recent tóch een nieuwe lijst was gemaakt. De enige verwijzing (referentie) naar 2015 was nog slechts de mest-emissies van dat jaar. Semantiek? Integendeel. Mest-emissie is niet hetzelfde als impact-score. De betekenis is anders en de gevolgen zijn ook anders. Van rechtszekerheid en duidelijkheid bleef na de zitting in het parlement deze week alvast niet veel meer over…

Bijsturen kan, dien uw bezwaren maar in!

De officiële uitleg van zowat de hele regering luidt nu enerzijds dat ze niet zullen raken aan het akkoord. Anderzijds moet het openbaar onderzoek de ongerijmdheden aan het licht brengen. Ministers roepen zelfs op om bezwaren in te dienen tegen het akkoord. De regering zal al die bezwaren bestuderen en beoordelen. Dat zou er nog aan mankeren. Maar of de regering na de beoordeling van de bezwaarschriften het akkoord ook zal bijsturen? Dat hangt af van welke minister antwoordt.

De bevoegde minister zelf wil geen duimbreed toegeven. Haar wil moet wet worden en bezwaarschriften veranderen daar niks aan. Dat ze met die houding alleen al het openbaar onderzoek onderuit dreigt te halen, lijkt juridisch niet door te dringen. De nieuwe minister van Landbouw lijkt dan weer al zijn hoop te vestigen op datzelfde openbaar onderzoek. Hoe meer bezwaarschriften, hoe beter hij gewapend lijkt voor de politieke discussie die daarop volgt. En de Minister-President? Die wacht zelfs niet op het openbaar onderzoek. Voor hem is het nu al duidelijk dat de bedrijven die in 2015 nog oranje waren, niet zullen moeten sluiten. Met één interview haalt hij zo 8 bedrijven van de sluitingslijst. Ik ben het daarover trouwens met hem eens en neem aan dat ook de bedrijven die niet op de hoogte waren (telefoontjes zijn niet tegenstelbaar) of intussen een vergunning kregen, er ook af mogen?

Op sommige vragen heeft tot nu toe niemand een antwoord. Wat met de 5 bedrijven die ‘door de politiek’ van de lijst zijn gehaald? Wie heeft dat beslist? Op basis waarvan? In alle officiële documenten staat te lezen dat er van de lijst van 2015 met in totaal 58 veehouderijen, 18 niet langer op de lijst staan wegens stopzetting, aflopen vergunning, verplaatsing of omvorming. Dat staat zelfs zo in het openbaar onderzoek, op pagina 45 van de toelichtende nota. “Op 23 februari 2022 daalde dat aantal van 58 veehouderijen naar 41. De overige 17 hebben ondertussen hun activiteiten stopgezet, werden omgevormd of werden verplaatst.” We hebben ondertussen in de commissie vernomen dat slechts 12 bedrijven in die situatie zijn. 5 anderen zijn ‘om politieke’ redenen van de lijst gehaald (en eentje is versprongen.) Dat alles gebeurde trouwens na de regeringsbeslissing van 23 februari 2022. Ook de ‘nieuwe’ lijst is blijkbaar nog aangepast tussen de regeringsbeslissing en het versturen van de brieven?

‘Lijst’ en ‘mest’ zijn twee verschillende woorden, met verschillende betekenissen

Wat zeggen dit soort ongerijmdheden over de rest van het akkoord? Mijn controleplicht gebiedt me te zeggen dat deze werkwijze heel juridisch onzeker is. In tegenstelling tot wat je zou denken, ligt er namelijk geen nominatieve lijst met 41 bedrijven voor in het Openbaar Onderzoek. Wat voorligt is het totale programma, met daarin ook de werkwijze voor de sluiting van piekbelasters. Het voorstel gaat wel uit van de stopzetting van 41 bedrijven als gevolg van de voorgestelde werkwijze en de gekozen parameters (mest uit 2015, Habitatkaart 2018, rekenmodel uit 2019).

Hoe komt het dat de formulering uit het openbaar onderzoek verschilt van de formulering van de regeringsbeslissing? De regeringsbeslissing heeft als basis de impactscore van exploitaties in 2015 (de lijst). Het openbaar onderzoek heeft het over de emissiecijfers in 2015 (de mest). Lijst en mest zijn twee verschillende woorden, impactscore en emissie zijn twee verschillende begrippen. Het jaartal is hetzelfde (referentiejaar 2015), maar de gevolgen zijn verschillend. Andere beslissing, andere gevolgen, andere bedrijven. En plots gaat het niet meer over de opmerkingen van individuele bedrijven in een openbaar onderzoek, maar over het openbaar onderzoek zélf.

Vergelijk het met een openbaar onderzoek in uw gemeente. (Voor de duidelijkheid: dit is beeldspraak om een punt te maken.) Er wordt bijvoorbeeld beslist om een zestal vrijstaande woningen te (laten) bouwen op een perceel. Dat wordt ook zo gecommuniceerd.  Maar bij het openbaar onderzoek blijkt het plots over een appartementsgebouw met zes verdiepingen te gaan en niet over vrijstaande woningen. Denkt u dat zo’n openbaar onderzoek overeind blijft? Dat men na alle opmerkingen zal zeggen ‘we hebben de fouten in het appartementsgebouw weggewerkt zodat het nu opnieuw zes vrijstaande woningen zijn?’  De vraag stellen is ze beantwoorden. Het openbaar onderzoek zal opnieuw gedaan moeten worden, ofwel nadat de overheid haar beslissing aanpast, ofwel met een aangepast openbaar onderzoek. Als dat niet gebeurt, zullen rechters de beslissingen teniet doen en kan de politiek, die dit alles op voorhand wist, pseudo-verontwaardigd de handen in de lucht gooien en haar beklag doen over activistische rechters.

De realiteit? There is no spoon.

Misschien ben ik verkeerd in mijn analyse. Misschien is het louter een discussie over wie er wel en niet op de lijst stond en misschien kan de regering dit alles toch wonderbaarlijk rechttrekken nadat het openbaar onderzoek is afgelopen. Mijn onderzoek en mijn redenering staan open voor bedenkingen en tegenargumenten. We hebben hierover met de collega’s in het parlement al enkele keren van gedachten gewisseld en alvast collega’s Tinne Rombouts, Bart Van Hulle en Steven Coenegrachts maken op basis van hun grondig werk, dezelfde analyse. Behalve ‘semantiek’, ‘emotie’ of ‘politieke aanval’ hebben we nog maar weinig tegenargumenten gehoord.

Maar als het probleem werkelijk dieper gaat en er onduidelijkheid is over wat er beslist is en wat er in openbaar onderzoek ligt, heeft het geen zin om de ogen te sluiten of te wachten. Dan zetten we de fouten beter meteen recht. Tal van verklaringen dat men ‘niet zal raken aan het akkoord’ doen geen afbreuk aan het feit dat er steeds meer onduidelijkheid bestaat over wat het akkoord precies is. In plaats van te trachten de werkelijkheid naar de politieke hand te zetten, erkent men beter onmiddellijk de realiteit: there is no spoon. We beginnen daarom beter gewoon opnieuw met een duidelijke, rechtzekere beslissing. Dat is politiek niet gemakkelijk, maar wel juist. Anders zet het symbooldossier van de verplichte sluitingen, de hele stikstofaanpak op de helling.

Ook zonder het verschil tussen de regeringsbeslissing en het openbaar onderzoek was de werkwijze al discutabel. De verwittiging van bedrijven die moeten sluiten is immers ‘louter indicatief’, zo zei de administratie. Dat klopt, er ligt een benadering voor, geen nominatieve lijst. De benadering wordt daarna een regel, via een decreet. Pas daarna weten individuele bedrijven of ze aan die regel voldoen of niet. Maar dan is het te laat, want dan is de indicatieve lijst, op basis van de wet een feit geworden. En afwijken van een rechtsregel doe je niet met een politiek akkoord…

Ik begrijp en besef dat ik vanuit mijn controletaak als volksvertegenwoordiger een moeilijke boodschap breng en veel vragen stel. Het zou politiek gemakkelijker zijn om te zwijgen. Maar het is niet juist. We creëren zelf rechtsonzekerheid en dat is nefast, zowel voor onze gezondheid als voor onze welvaart. Ik besef dat het akkoord veel meer is dan alleen de sluiting van enkele bedrijven. Maar elk van die bedrijven verdient rechtszekerheid en rechtvaardigheid. Als dat vandaag niet meer voor hen geldt, kan dat morgen met elk van ons gebeuren. Ik laat me dus niet aanpraten dat ikzelf of mijn collega’s in het parlement uit meerderheid en oppositie voor verwarring zorgen of het akkoord op de helling zetten. Het tegendeel is waar. Wij doen ons werk en willen erger voorkomen. Als iedereen dat doet, komen we er wel. Dan tonen we dat onze overheid werkt en ook in dit moeilijke en belangrijke dossier, echt niemand laat stikken.

 

 

 

 

 

 

 

Bronnen foto’s: 

Foto Averbode, verscheen in De Tijd op 30/04/2022

Foto De Lijst, detail uit een foto van de cover van het boek De Lijst van Servaas Bingé (2019) 

Meme uit The Matrix

Tags: