
01 apr We zullen meer moeten luisteren
Nu zondag mengt ze zich voor de echte Ronde van Vlaanderen onder de wielersupporters tussen Antwerpen en Oudenaarde. Maar voor haar eigen Ronde nam Gwendolyn Rutten een tijdje geleden al ontslag uit het parlement. En ze heeft het zich nog niet beklaagd.
“Het belangrijkste dat ik heb geleerd, is dat politici meer zullen moeten luisteren. Naar de mensen en naar elkaar.” Na 40 van de 308 etappes maakt Rutten een eerste balans op.
Melle op een vrijdagavond. Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten rondt haar bezoekdag af in café G-huis. Eerder op de dag waren er gesprekken met een producent van kwaliteitsham en een Keniaanse doctoraatsstudente, een vergadering met leraars rond verkeersveiligheid en een afspraak met kunstenaar Wim Delvoye. Elk bracht zijn eigen problemen en voorstellen mee. “Heb ik nu iedereen al gezien?” vraagt Rutten aan een medewerker. Aan de toog schakelt ze vlotjes over op campagnemodus en drukt ze iedereen de hand. “En toch is dit helemaal anders”, zegt ze. “Ik ben niet gehaast en ik kan rustig de tijd nemen om over alles te discussiëren.” Een groep jonge leerkrachten op het terras reageert verrast dat ze hier een nationale partijvoorzitter zien. Al snel gaat het over het M-decreet. “Vaste prik”, zegt Rutten. “Waar je ook gaat, in de praktijk blijkt dat mooie ideaal voor de leraars erg moeilijk haalbaar.”
Destelbergen en Melle waren gisteren aflevering 40 en 41 van de minstens 308 etappes die Rutten tegen midden volgend jaar zal hebben afgelegd. Zondag staat de koninginnenrit op het programma. Dan gaat Rutten tijdens de echte Ronde van Vlaanderen van Antwerpen tot Oudenaarde de koers volgen. “Niet in de volgwagen, dan zie je niemand. We gaan de coureurs op verschillende plaatsen langs het parcours aanmoedigen. En hopelijk zo veel mogelijk mensen ontmoeten.”
Wanneer is het idee voor een eigen Ronde van Vlaanderen ontstaan?
“De dag dat de Britten ervoor kozen om de EU te verlaten. Het was een shock voor mij. Niet alleen omdat het radicaal inging tegen mijn persoonlijke visie over Europa. Maar nog meer omdat niemand het had zien aankomen. We vertrouwden erop dat het allemaal wel goed zou komen. Maar blijkbaar waren er heel veel stemmen in de maatschappij die wij niet horen. Hetzelfde gold voor de verkiezing van Trump. Als dat aan de overkant van het water kan gebeuren, kan het ook bij ons. Toen heb ik beslist om ontslag te nemen uit het parlement en op een ronde door Vlaanderen te trekken. Met als belangrijkste opzet: luisteren naar de mensen.”
Op zich geen nieuw idee. Politici benadrukken toch voortdurend hoeveel tijd ze daarin steken?
“Wellicht vinden velen dat wel van zichzelf, en dat zal ook wel kloppen voor hun eigen vertrouwde gemeente. Maar ik wil echt een dwarsdoorsnede van de hele samenleving. Ik ging al langs bij thuisverzorgers, een kinderopvang, landbouwers, scholen, ondernemers…”
En wat zijn uw eerste conclusies?
“We moeten meer luisteren. Zowel naar de mensen als naar elkaar.”
Toen u deze week in een debat uw mening gaf, zaten uw collega’s Bart De Wever en Wouter Beke ongegeneerd grapjes te maken.
“Dat is maar een voorbeeld, maar ik heb me er wel aan gestoord. Het was onbeleefd. En het is symptomatisch voor het politieke debat, waar veel geschreeuwd wordt of naast elkaar gepraat. Nochtans hebben twee doorbraken bewezen dat het anders moet: zowel de discussies rond Oosterweel als rond het onverdoofd slachten zijn opgelost omdat een bemiddelaar vooral goed geluisterd heeft naar de verschillende standpunten.”
De politiek reageerde euforisch op het verbod. Is het dan geen serieuze domper op de feestvreugde dat moslims en joden het afwijzen?
“De politiek heeft beslist over iets waar een maatschappelijke consensus over bestaat: je kan enkel dieren slachten als die verdoofd zijn. Dan is dat de norm. We moeten respect hebben voor geloofsovertuigingen, maar ook de gelovigen moeten zich aan de norm houden. Veel joden en moslims zijn het daarmee eens. En voor zij die het er wel moeilijk mee hebben, is er nog twee jaar om zich daar op in te stellen en een alternatief te vinden.”
Alternatieven zoals: opnieuw illegaal schapen kelen in de badkuip of op het achterkoertje?
“We zullen maatregelen treffen om dat tegen te gaan. Ook daarvoor hebben we nog twee jaar tijd.”
Het is het lot van de politiek: maatregelen treffen. En dat terwijl de mensen die u tegenkomt vooral minder regeltjes willen.
“De samenleving wacht niet op de politiek om met oplossingen te komen. Ik ben al vaak thuisgekomen met een trots gevoel over wat ik gezien had. We zijn in Vlaanderen veel te bescheiden. In sommige scholen zijn ze heel creatief bezig om kinderen hun eigen werkschema te laten invullen, met succes. Ik ging op bezoek bij mensen die zelf een robot aangekocht hebben die patiënten sneller en efficiënter laat revalideren. Die vooruitgang mogen we niet beperken door telkens maar regeltjes uit te vinden. Het gaat ook niet alleen om spectaculaire uitvindingen. De thuisverpleegster die ik ontmoette, wou zelf flexibeler werken omdat haar patiënt dan niet voor elke verzorging een andere verpleegster kreeg. Maar dat mocht niet van de wet. Mensen begrijpen dat niet.”
Goed dat u dat allemaal ontdekt, maar u zit met uw partij toch al jaren in de meerderheid?
“Ik zie dat Open VLD daar een andere rol speelt dan de andere partijen. Wij proberen de verandering niet tegen te houden. Wij denken dat het sowieso gaat gebeuren en zoeken pragmatisch naar oplossingen. Ik zie heel veel positieve mensen bezig en dat komt niet overeen met wat ik zie in de politiek en in de pers. Aan politiek gehakketak hebben die mensen geen boodschap.”
Uw meest opgemerkte uitstap tot nog toe was het carnaval in Aalst, waar u zich verkleedde. Veel mensen linken dat volkse niet aan u.
“Als je naar een carnaval gaat, dan moet je je verkleden. Dus heb ik dat gedaan. En ik heb mijn grenzen al verlegd. Vijf jaar geleden was ik nooit ingegaan op het aanbod om zelf een geit te melken. Maar na mijn bezoek aan een geitenboer overweeg ik zelfs om thuis een paar geitjes te houden.”
Waar ligt de Vlaming van wakker?
“Werk en belastingen, maar ook van de internationale veiligheid. En, afhankelijk van de plaats, ook van het samenleven in diversiteit.”
Dat laatste verwoordt u hoffelijk. Politici die op huisbezoek gaan, stellen telkens weer vast hoe onversneden de racistische uitspraken zijn die ze te horen krijgen.
“Vlamingen staan positief tegen de vreemdelingen die ze persoonlijk kennen. En intussen kent iedereen wel minstens iemand, vanop school of van in de straat. Maar als je racistische uitspraken hoort, moet je altijd goed luisteren naar wat die mensen echt willen aanklagen. En de angst is diepgeworteld dat dit langzaam een moslimland zal worden.”
Deelt u die angst?
“Als je dat niet wil begrijpen, dan heb je er als politicus niets van begrepen. In onze samenleving hoort religie in de privésfeer. Als het gaat om het katholicisme, heeft iedereen daar intussen vrede mee. Maar nu worden we ineens een geconfronteerd met een religie, de islam, die weer heel openlijk beleefd wordt. Dat zijn we niet meer gewoon en we moeten duidelijk afbakenen wat de plaats is van religie in de samenleving. Veel moslims respecteren de rechtsstaat of de gelijkheid van man en vrouw. Maar ik kom ook anderen tegen die dat niet doen. Tegen hen zeg ik: doe normaal. En dat is wat in Vlaanderen heel vaak wordt gedacht.”
Veel van uw partijgenoten vinden die ‘Doe Normaal’ allesbehalve liberaal: het klinkt alsof iedereen zich hetzelfde moet gedragen, alsof de vrijheid wordt beperkt.
“Maar dat is niet wat ik bedoel. Iedereen mag zijn wie hij wil zijn. Vandaar dat ik mij ook verkleed op carnaval.”
Maar niet als je een hoofddoek wil dragen?
“Wie een hoofddoek wil dragen, is vrij om dat te doen. Maar je moet aan mij niet vragen dat ik dat normaal vind, want het is een verschil tussen mannen en vrouwen. Misschien bestaan in de Wetstraat veel misverstanden over ‘Doe normaal’, maar in de Dorpsstraat hebben ze dat erg goed begrepen.”
Was het de juiste beslissing om uw parlementszitje af te staan?
“Zeker. Ik had die beslissing misschien al wat eerder moeten nemen. Elke voorzitter moet dit voor zichzelf uitmaken. Maar aan zij die zeggen dat ze parlementslid blijven omdat ze dan kunnen netwerken in de koffiekamer, zeg ik: ik kan dat nu ook nog hoor. Daarvoor hoef ik niet betaald te worden als parlementslid. Ik doe nu wellicht veel intenser aan politiek dan tevoren. Dus ook mijn kiezers kunnen tevreden zijn.”
Hoe gaat u het komende halfjaar kiezers voor uw partij winnen?
“We hebben in het najaar nog een congres. Maar het zal heel belangrijk zijn om de mensen te tonen voor welke waarden wij staan. Voor ons is de belangrijkste de individuele vrijheid. Ik ben opgegroeid met de idee dat die er altijd zou zijn. Nu zien we dat die allesbehalve vanzelfsprekend is en dat we die telkens opnieuw moeten afbakenen.”
Dit interview verscheen op 1 april in Het Nieuwsblad.